4. Wanneer is een handig moment om dit te doen?
   Tja, het liefst gewoon door de week, maar vaak is het niet mogelijk om te doen. Toch zou 1 dag op het werk en 1 dag thuis een goed optie zijn. Vaak gedragen we ons anders in het weekend, drinken meer of minder.
   Verder is een ‘normale temperatuurdag’ beter dan een warme tropische dag. Hoewel we er dit jaar al een paar gehad hebben kun je bedenken dat je beter op een doorsnee dag iets kunt invullen om de functie van je blaas vast te stellen.

          Waarom is een plasdagboek belangrijk?
          Om een goed beeld te krijgen wat de blaas de hele dag doet in je dagelijks leven zowel op de dag als gedurende de nacht.
We  denken namelijk vaak te weten hoe vaak we ongeveer plassen en hoe veel. Door het meten komen we er pas achter hoe
het nu echt zit. En dan kan het ook nog eens verschillen of je op je werk bent of dat je in het weekend of met vrije dagen thuis.

5. Hoeveel dagen moet ik dat bijhouden?
   Dat is afhankelijk van je klachten. Soms is het nodig om het minimaal drie dagen te doen, maar soms is ook 1 dag voldoende. Meestal wordt overigens twee dagen aangehouden.
6. Wie zal mij dit kunnen vragen?
   Dat kan je bekkenfysiotherapeut zijn, je huisarts of een medisch specialist zoals een uroloog of gynaecoloog. Maar het kan ook zijn dat je naar een bekkenbodemcentrum bent verwezen en dat dit hoort bij de intake en de diagnostiek.

7. Wat heb ik nodig om dit goed te kunnen doen?
   Een litermaatje of als je niet zoveel plast is een halve liter maatje voldoende (sommigen plassen in de vroege ochtend wel 750 cc, maar dan ben je meestal nog wel thuis). Koop gewoon een goedkoop litermaatje dat je hier apart voor gebruikt.Verder kun je vooraf het beste even een paar maten opschrijven: je kopje of mok waaruit je altijd drinkt, een bakje voor een eventueel toetje (yoghurtbakje), een kommetje waar je misschien altijd je ontbijt in neemt zoals yoghurt of melk met muesli, een limonade of melkglas en een wijnglas. Als je die maten eenmaal hebt hoef je dat niet meer te doen.Bij drinken kun je ook denken aan yoghurt, en bij limonade moet je opschrijven wat het is, cola of vruchtensap, wel of geen prik en bij de koffie of het decafé is of niet.Bij de aandrang is het belangrijk dat je aangeeft hoe sterk de aandrang was. (0= geen aandrang, 1= lichte aandrang, 2= normale aandrang, 3= heftige aandrang).Probeer je leven niet aan te passen, maar doe gewoon zoals je anders ook doet. Net zoveel of weinig als anders. Zo krijgen we echt een goed beeld van wat je blaas en jij samen aan het doen zijn.

8. Waar kijken ze naar als ik het heb ingevuld?
   Dat is ook weer mede afhankelijk van je klachten, maar over het algemeen:
   –     Hoe veel vocht krijg je binnen gedurende 24 uur?
   –     Hoe veel is hiervan koffie/thee/frisdrank?
   –     Hoe vaak ben je naar het toilet geweest gedurende de dag?
   –     Hoe vaak ben je naar het toilet geweest gedurende de nacht?
   –     Hoe veel aandrang had je?
   –     Hoe veel kan de blaas maximaal bevatten voordat je naar de wc gaat?
   –     Wat is de gemiddelde inhoud van je blaas gedurende de dag?
   –     Hoe vaak heb je urine verloren
   –     Onder welke omstandigheden? (bij hoesten, niezen, tillen of bij aandrang.
   –     Hoe vaak heb je opvangmateriaal moeten vervangen?

Je zult je waarschijnlijk bedenken: ‘wat een gedoe’, zeker als je buiten de deur werkt, maar toch is het belangrijk om zo’n lijst goed in te vullen en ik hoop dat bovenstaande helpt om je te motiveren om zoiets goed te doen.

Marijke Slieker